Slipbladige rudbeckia is een hoge, opvallende vaste plant met gele bloemen. Ze bloeit lang in de zomer en trekt veel insecten aan. Geschikt voor zonnige borders en als snijbloem. Ideaal voor natuurlijke tuinen en veldranden. Vochtige, voedzame grond heeft de voorkeur. Inheems in Noord-Amerika maar verwilderd in Nederland.
Dit product is tijdelijk niet beschikbaar voor verkoop.
Kwaliteit
|
Milieuvriendelijk gekweektWij werken samen met de biologisch gecertificeerde kweker Medigran, gespecialiseerd in zaden voor inheemse planten en bloemen. Alle zaden worden op milieuvriendelijke wijze geteeld. Niet alle zaden dragen echter het officiële biologische keurmerk, deze in het wild zijn geoogst, door derden zijn verzameld of door kwekerijen zijn geteeld die zelf geen SKAL certificaat hebben. Wanneer de zaden geen SKAL certificaat hebben, betekent dit niet dat de zaden bestrijdingsmiddelen bevatten. In het algemeen geldt voor wilde bloemenzaden dat in de teelt geen tot zeer beperkt gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast |
Hoogte
|
100 - 180 cm
|
Niveau
|
Moeilijkheidsgraad Slipbladige rudbeckia: gemiddeldFijne zaden die licht nodig hebben om te kiemen: oppervlakkig zaaien en constant licht vochtig houden zonder of met zeer dun afdekken. Kieming kan onregelmatig zijn; een korte koude-stratificatie (ongeveer 2–4 weken) verbetert vaak de opkomst. |
Kiemtijd
|
14 dagen
|
Zonlicht
|
volledige zon
halfschaduw
|
Kleur
|
geel
|
Grondtype
|
lemig
klei
zand
|
Zaaiperiode
|
April
Mei
|
Bloeiperiode
|
Juli
Augustus
September
|
Vochtbehoefte
|
vochtig
|
Levensduur
|
vast
|
Bladtype
|
gelobd
bladverliezend
|
Geschikt voor plaats
|
tuin
berm of veldrand
natuurlijke tuin
|
Groeitypes
|
borders
groepsbeplanting
|
Zaai binnen van februari tot april bij 18–22°C. Het is een lichtkiemer: druk de zaden slechts licht in op vochtige zaaigrond en dek hooguit af met een heel dun laagje vermiculiet. Houd constant licht vochtig (niet kletsnat). Kiemduur: 14–28 dagen. Verspeen na het verschijnen van 2–3 echte blaadjes, hard af en plant na de laatste nachtvorst uit op 60–90 cm afstand. Direct in de volle grond zaaien kan van april–juni of in september (herfstzaai).
Volle zon tot halfschaduw. Vochtige, voedzame, humusrijke grond met goede doorlaatbaarheid; verdraagt klei, maar niet langdurige droogte of plasvorming. Werk jaarlijks compost in en breng mulch aan om vocht vast te houden. Let op: deze soort vormt ondergrondse uitlopers en kan zich uitbreiden; geef ruimte of gebruik een wortelbegrenzer.
Houd de grond gelijkmatig vochtig, vooral in droge periodes: 1–2 diepe gietbeurten per week bij droog weer. Mulch helpt uitdroging voorkomen. Bemest in het voorjaar met een laag goed verteerde compost of een organische basisbemesting; in arme grond halverwege het seizoen nogmaals licht bijmesten. In pot om de 4–6 weken een uitgebalanceerde vloeibare voeding geven en zeer regelmatig wateren.
Ja. Verwijder uitgebloeide bloemen om de bloei (juli–september/oktober) te verlengen en zaailingen te beperken. Wil je vogels helpen, laat dan een deel van de zaadhoofden tot in de winter staan. Knip de stengels in late herfst of vroege lente terug tot 10–15 cm. Deel te dicht geworden pollen elke 3–4 jaar in lente of vroege herfst voor verjonging.
Hoogte 150–250 cm (sommige rassen lager). Op winderige plekken is steunen zinvol. Volledig winterhard in de volle grond (ongeveer USDA-zone 3–9). Jonge aanplant in de eerste winter afdekken met mulch. In pot de kluit tegen strenge vorst beschermen (bijv. noppenfolie of een beschutte plek) en zorgen dat overtollig water kan weglopen.
Helaas moeten we verifieren dat je geen robot bent. Na verificaties gaan we verder met je verzoek.