Hoge cyperzegge zaden
Carex pseudocyperus

Wanneer en hoe zaai ik Hoge cyperzegge (Carex pseudocyperus)?

Zaai bij voorkeur in het najaar tot vroege winter (oktober–februari) zodat het zaad een natuurlijke koudeperiode meemaakt. Gebruik een fijne, vochtvasthoudende zaaigrond (eventueel 20–30% scherp zand toegevoegd). Zaai op het oppervlak, licht aandrukken; niet of slechts heel dun afdekken. Zet de zaaibak op een schotel met water en houd constant vochtig. Geef veel licht maar geen felle middagzon.

Heeft het zaad koude stratificatie nodig en hoe lang?

Ja. Het is een koudekiemer. Reken op 4–8 weken vochtig-koud bij 0–5 °C. Dat kan door buiten te zaaien en de winter te benutten, of via de koelkastmethode: zaad mengen met vochtig zand/vermiculiet in een zakje, 4–6 weken in de koelkast, daarna uitzaaien en bij 15–20 °C in het licht zetten. Kieming volgt meestal binnen 2–6 weken na de koudeperiode, soms pas na een tweede winter.

Welke standplaats en bodem zijn geschikt?

Zon tot halfschaduw. Bodem constant vochtig tot nat; ideaal langs oevers en moerassige plekken. Verdraagt ondiep water (circa 0–5 cm) of permanent drassige grond. Voorkeur voor humusrijke leem-, klei- of veengrond, pH zwak zuur tot neutraal (ongeveer 5,5–7,5). In potten een zware, waterhoudende mix gebruiken en de pot in een schotel met water zetten.

Hoe verzorg ik zaailingen en wanneer kan ik uitplanten?

Verspeen zodra zaailingen 2–3 echte blaadjes hebben naar individuele potjes; blijf van onderaf water geven. Laat ze doorwortelen en plant uit in het voorjaar na kans op strenge vorst of in de vroege herfst. Plantafstand 30–40 cm. Geef ruim water bij en na het planten en scherm de eerste week tegen felle zon en droogte.

Welke onderhoud heeft de plant later nodig (snoei, voeding, delen)?

Volledig winterhard. Laat verdord blad in de winter desnoods staan als bescherming en knip vroeg in het voorjaar terug tot 5–10 cm voor fris nieuw blad. Bemest spaarzaam; een dun laagje compost in het voorjaar volstaat. Deel uitgegroeide pollen om de 3–5 jaar in het vroege voorjaar. Houd de standplaats altijd vochtig; in potten regelmatig met regenwater bijvullen en af en toe doorspoelen. Over het algemeen weinig last van ziekten of plagen; bladvergeling duidt vaak op (tijdelijke) droogte.