Gele dovenetel
Lamiastrum galeobdolon

De Gele dovenetel (Lamiastrum galeobdolon) is een wintergroene bodembedekker met gele bloemen. Hij groeit op schaduwrijke plekken, is waardevol voor bijen en vlinders en verdrijft onkruid. Oorspronkelijk uit Nederlandse bossen.

1 zakje zaden
~ 1 gram
Voeg nog toe voor
Je hebt momenteel
€ 5.00
Gratis verzending Gratis verzending
Wij doneren 1% omzet aan het klimaat Wij doneren 1% omzet aan het klimaat
Persoonlijke zaai-instructies Persoonlijke zaai-instructies

Eigenschappen

Hoogte icon
Hoogte
20 - 40 cm
Zonlicht icon
Zonlicht
halfschaduw
schaduw
Kleur icon
Kleur
geel
Grondtype icon
Grondtype
lemig
klei
turf
Zaaiperiode icon
Zaaiperiode
Maart
April
September
Oktober
Bloeiperiode icon
Bloeiperiode
April
Mei
Juni
Vochtbehoefte icon
Vochtbehoefte
vochtig
Levensduur icon
Levensduur
vast
Bladtype icon
Bladtype
wintergroen
enkelvoudig
Geschikt voor plaats icon
Geschikt voor plaats
tuin
natuurlijke tuin
berm of veldrand
voedselbos
Groeitypes icon
Groeitypes
bodembedekker
borders
De gele dovenetel (Lamiastrum galeobdolon) is een vaste plant uit de lipbloemenfamilie (Lamiaceae). Deze plant komt van nature voor in Europa, waaronder Nederland, en groeit vooral in bossen, heggen en schaduwrijke tuinen. De gele dovenetel heeft opvallende hartvormige, donkergroene bladeren die vaak zilverachtig gevlekt zijn. In het voorjaar verschijnen de gele, lipvormige bloemen die in kransen rondom de stengel staan. Deze bloemen trekken bijen en andere insecten aan. De plant wordt ongeveer 30 tot 50 centimeter hoog en is erg geschikt als bodembedekker in de schaduw. Gele dovenetel verspreidt zich gemakkelijk door uitlopers, waardoor hij snel grote oppervlakten kan bedekken. De soort is winterhard en vraagt weinig onderhoud. In tuinen wordt de plant vooral gewaardeerd om zijn sierwaarde, maar soms wordt hij ook als onkruid beschouwd, omdat hij zich snel uitbreidt. In de volksgeneeskunde werd de plant incidenteel gebruikt, maar tegenwoordig vooral als siergewas.
  • Zaaitijd: Zaai de zaden in het voorjaar (maart-april) of in het najaar (september-oktober).
  • Voorzaaien: Zaai de zaden bij voorkeur in zaaitrays gevuld met vochtige zaaigrond.
  • Bedek de zaden licht met ongeveer 0,5 cm aarde.
  • Houd een afstand van ongeveer 20 cm tussen de zaden voor een goede spreiding.
  • Zet de trays op een schaduwrijke en vochtige plek.
  • De kiemtijd bedraagt doorgaans 2-4 weken.
  • Na opkomst kunnen de jonge plantjes, als ze 5-10 cm hoog zijn, worden uitgeplant op hun definitieve plek.
Leer elke week een nieuwe inheemse plant kennen.