Wilde weit zaden
Melampyrum arvense

Wilde weit (Melampyrum arvense) is een éénjarige plant uit de bremraapfamilie (Orobanchaceae). De plant valt op door zijn opvallende paarse tot roze bloemtoppen en lichtgroene, lancetvormige bladeren. Wilde weit komt van nature voor op droge, kalkrijke graslanden en akkers, vooral op zandige of stenige bodems. Het bijzondere aan deze plant is zijn half-parasitaire levenswijze; hij onttrekt voedingsstoffen aan de wortels van naburige planten, wat hem helpt overleven op arme gronden. De bloemen verschijnen van mei tot augustus en trekken bijen aan. Historisch werd wilde weit soms gebruikt als snijbloem, maar tegenwoordig is hij zeldzaam en vooral bekend bij liefhebbers van inheemse flora en natuurherstelprojecten. Door zijn half-parasitaire karakter kan hij soms ongewenst zijn op landbouwgrond, maar als tuinplant krijgt hij steeds meer aandacht vanwege zijn ecologische waarde. Wilde weit ondersteunt biodiversiteit, waaronder wilde bijen en andere insecten.

• Zaai wilde weit bij voorkeur direct buiten in het najaar (oktober-november), omdat zaden een koudeperiode nodig hebben om te ontkiemen. Zaaien kan eventueel ook in het vroege voorjaar.
• Bereid de grond voor door deze licht om te spitten en vrij te maken van onkruid.
• Maak ondiepe geultjes van ongeveer 0,5 tot 1 cm diep.
• Zaai de zaden met een afstand van circa 15 cm tussen de zaden.
• Druk de aarde lichtjes aan boven de zaden en geef voorzichtig water.
• Houd de grond licht vochtig tot de kiemplanten verschijnen.
• Let op: wilde weit is half-parasitair, zaai bij voorkeur in de buurt van grassen of andere waardplanten voor een goede ontwikkeling.