Spitslobbige vrouwenmantel zaden
Alchemilla acutiloba

Spitslobbige vrouwenmantel (Alchemilla acutiloba) is een vaste plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). De plant valt op door haar waaiervormige, handnervige bladeren met opvallende spits toelopende lobben, die vaak worden bedekt met kleine dauwdruppeltjes. De bloemen zijn klein, geelgroen en verschijnen van mei tot augustus in losse trossen. Spitslobbige vrouwenmantel houdt van een licht vochtige, goed doorlatende bodem en een plek in de halfschaduw of zon. Ze wordt vaak toegepast in borders, prairiebeplantingen en als bodembedekker vanwege haar sierlijke blad en het decoratieve effect met ochtenddauw. Medicinale toepassingen, zoals bij andere Alchemilla-soorten, zijn bekend uit de volksgeneeskunde (o.a. bij vrouwenkwaaltjes), maar worden in Nederland minder frequent toegepast. De plant trekt diverse insecten, waaronder bijen en vlinders, wat haar waardevol maakt voor de biodiversiteit in de tuin. Door haar bescheiden groeigedrag en mooie bladstructuur is ze geliefd bij tuinliefhebbers. Spitslobbige vrouwenmantel zaait zichzelf licht uit, maar wordt in de tuin zelden hinderlijk.

• Zaai Spitslobbige vrouwenmantel (Alchemilla acutiloba) het beste in het vroege voorjaar (maart-april) of in de herfst (september-oktober).
• Zaai de zaden op een vochtige, goed doorlatende zaaigrond.
• Bedek de zaden slechts licht met aarde: ongeveer 0,2-0,5 cm diep.
• Houd een afstand van 25 cm tussen de zaden voor voldoende ruimte tijdens de groei.
• Druk de grond voorzichtig aan en geef water met een fijne sproeier.
• Zet de pot of het zaaibed op een lichte standplaats, maar niet in direct brandende zon.
• Zaailingen kunnen na opkomst worden uitgeplant op hun definitieve plek.