Ruige leeuwentand
Leontodon hispidus

De ruige leeuwentand (Leontodon hispidus) is een overblijvende plant uit de composietenfamilie (Asteraceae) die veel voorkomt op graslanden, bermen en dijken in Nederland. De plant wordt meestal tussen de 20 en 50 cm hoog. Kenmerkend zijn de diep ingesneden bladeren die in een rozet groeien en opvallend behaard (ruig) zijn, vandaar de naam. De bloemstelen zijn meestal enkelvoudig of weinig vertakt, met aan het uiteinde een heldergele bloemhoofdje dat lijkt op dat van de paardenbloem, maar kleiner is. De bloeitijd loopt van mei tot en met oktober. Bijen en andere insecten bezoeken de bloemen graag vanwege het stuifmeel en nectar. Ruige leeuwentand is weinig veeleisend en groeit het best op kalkrijke, matig voedselrijke bodems. In tuinen wordt de plant soms gewaardeerd als onderdeel van een wilde bloemenweide, hoewel hij relatief weinig wordt aangeplant. De plant bevat bittere stoffen en werd vroeger soms medicinaal gebruikt als vochtafdrijvend middel. Tegenwoordig speelt hij vooral een rol in biodiversiteit en natuurlijke graslanden.

• Zaai ruige leeuwentand (Leontodon hispidus) bij voorkeur in het voorjaar (maart-april) of in het najaar (september-oktober).
• Kies een zonnige locatie met een goed doorlatende bodem.
• Maak de grond los en verwijder onkruid.
• Zaai de zaden oppervlakkig, op een diepte van ongeveer 0,5 cm.
• Houd een afstand aan van 20 cm tussen de zaden om voldoende groeiruimte te geven.
• Hou de grond licht vochtig tot de zaden ontkiemen (na 2 tot 3 weken).
• Dun eventueel uit als de plantjes te dicht op elkaar staan.