Rood guichelheil
Anagallis arvensis ssp. arvensis

Rood guichelheil (Anagallis arvensis ssp. arvensis) is een eenjarige, laagblijvende plant die behoort tot de sleutelbloemfamilie (Primulaceae). De plant wordt meestal niet hoger dan 15 tot 30 cm en heeft kleine, felrode tot oranje bloemen met vijf afgeronde kroonblaadjes. De bloemen openen zich alleen bij zonnig weer en sluiten zich bij bewolking of regen. De bladeren zijn eirond, glanzend en staan kruisgewijs tegenover elkaar aan de stengel. Rood guichelheil groeit voornamelijk op open, zonnige plaatsen zoals akkers, bermen, tuinen en kale grond. Van oudsher werd de plant medicinaal gebruikt, hoewel deze licht giftig is voor mensen en dieren doordat het saponinen bevat. Vandaag de dag is de plant vooral bekend als akkeronkruid en heeft deze nauwelijks een sierwaarde in de tuin. Toch kan hij aantrekkelijk zijn voor wilde bijen en insecten. Doordat de plant zich makkelijk via zaad verspreidt, kan rood guichelheil snel grote oppervlakten koloniseren. In cultuurhistorisch opzicht was de plant bekend onder verschillende volksnamen en werd hij soms als weersvoorspeller gebruikt.

• Zaai rood guichelheil in het vroege voorjaar, vanaf maart tot en met mei, direct buiten op een zonnige plek.
• Maak de grond fijn en verwijder onkruid. Zaai oppervlakkig: bedek de zaden met een dun laagje aarde (maximaal 0,5 cm diep).
• Houd tussen de zaden ongeveer 5 cm afstand.
• Houd de aarde vochtig tot de kieming; kieming duurt meestal 2 tot 3 weken.
• Dun eventueel uit zodat de planten op 10 cm afstand van elkaar staan.