Molinia caerulea
Pijpenstrootje

Pijpenstrootje (Molinia caerulea) is een overblijvend gras dat van nature voorkomt op vochtige, voedselarme bodems, zoals heidevelden, veengebieden en natte graslanden. Het gras groeit in losse pollen en kan tot 120 cm hoog worden. De stengels zijn rechtopstaand en de bladeren smal, blauwgroen van kleur. In de zomer verschijnen de sierlijke bloeiaren met een purperbruine tot paarsachtige tint, die het gras een elegante uitstraling geven. Pijpenstrootje staat bekend om zijn luchtige en transparante groeiwijze en wordt vaak toegepast in natuurlijke tuinen, prairietuinen en borderbeplantingen. Het gras is waardevol voor biodiversiteit, dient als voedsel en schuilplaats voor insecten en vogels. Hoewel Molinia goed tegen droogte kan, ontwikkelt het zich het beste op vochtige, licht zure grond. Het blad verkleurt in de herfst fraai geel tot goudbruin. Qua onderhoud is pijpenstrootje eenvoudig, met jaarlijks afknippen van het oude blad volstaat. Het wordt gewaardeerd om zijn landschappelijke waarde en natuurlijke uitstraling, vooral in combinatie met vaste planten.

• Zaaitijd: Zaai buiten in het voorjaar (maart-mei) of najaar (september-oktober).
• Bodem: Kies een vochtige, licht zure en humusrijke grond.
• Zaaidiepte: Zaai het zaad oppervlakkig, slechts 0,2 tot 0,5 cm diep. Bedek het licht met aarde.
• Afstand: Houd ongeveer 20 cm tussen de zaden.
• Water: Houd de grond na het zaaien vochtig maar niet nat. Vermijd uitdroging.
• Kiemtijd: Zaden ontkiemen binnen 2 tot 4 weken bij een temperatuur van 15-20°C.
• Verspenen: Als de kiemplanten voldoende groot zijn, kunnen ze uitgeplant worden op de definitieve plek.