Moederkruid
Tanacetum parthenium

Moederkruid (Tanacetum parthenium) is een vaste plant uit de composietenfamilie (Asteraceae) en komt oorspronkelijk uit het zuidoosten van Europa, maar is tegenwoordig ingeburgerd in veel delen van Nederland. De plant wordt zo'n 50-70 cm hoog en heeft diep ingesneden, felgroene bladeren die bij kneuzing aromatisch ruiken. De bloemhoofdjes lijken op kleine madeliefjes, met witte lintbloemen rond een geel hart. Moederkruid bloeit langdurig in de zomer en trekt veel insecten aan, zoals bijen en vlinders. Traditioneel werd moederkruid gebruikt als huismiddeltje tegen migraine en andere kwalen; het bevat namelijk parthenolide, een stof met medicinale eigenschappen. In de siertuin wordt moederkruid gewaardeerd vanwege het luchtige uiterlijk en de lange bloei. De plant stelt weinig eisen aan de grond, is winterhard en zaait zichzelf makkelijk uit. Het kan echter behoorlijk woekeren als het niet in toom wordt gehouden, vooral op zonnige, open plekken. Moederkruid wordt soms gebruikt in wildebloemenmengsels en als snijbloem.

• Zaaitijd: Zaai moederkruid binnenshuis van maart tot mei, of direct buiten van april tot juni.
• Zaaimethode: Strooi de zaden dun op een vochtige zaai- of potgrond. Druk de zaden licht aan en bedek ze heel dun (± 0,2 cm) met aarde; moederkruid heeft wat licht nodig om te kiemen.
• Afstand: Houd een afstand van 25 cm tussen de zaden/zaailingen.
• Houd de grond vochtig tot de zaden gekiemd zijn (meestal binnen 14-21 dagen).
• Plaats de jonge planten na het verspenen op een zonnige tot halfschaduwrijke plek.