Melganzenvoet
Chenopodium album

Melganzenvoet (Chenopodium album) is een eenjarige plant die behoort tot de ganzenvoetenfamilie (Amaranthaceae). De plant wordt vaak 30 tot 150 cm hoog en is te herkennen aan de grijsgroene bladeren, die ovaal tot ruitvormig kunnen zijn, met een meelachtig poeder aan de onderzijde. In de zomer en vroege herfst verschijnen er kleine groengele bloemen in dichte pluimen. Melganzenvoet groeit op vrijwel alle bodemtypen en is vooral te vinden op akkers, tuinen, braakliggende terreinen en langs wegen. Hoewel de plant door veel tuinders als lastig onkruid wordt gezien, zijn de jonge bladeren en zaden eetbaar en rijk aan vitaminen en mineralen. Vroeger werd Melganzenvoet gebruikt als een groente, vergelijkbaar met spinazie, en zijn zaden werden gemalen als graanvervanger. De plant draagt bij aan de biodiversiteit, maar kan snel overheersen en andere planten verdringen als hij niet onder controle wordt gehouden.

• Zaai Melganzenvoet van maart tot mei direct in de volle grond.
• Bewerk de grond goed en maak deze los.
• Zaai de zaden oppervlakkig, op een diepte van ongeveer 0,5 tot 1 cm.
• Houd een afstand van circa 15 cm tussen de zaden en 30 cm tussen de rijen.
• Druk de grond licht aan en houd licht vochtig tot de zaden ontkiemen (5-14 dagen).
• Dun uit indien nodig, zodat de planten voldoende ruimte hebben om te groeien.