Kruipende boterbloem
Ranunculus repens

De kruipende boterbloem (Ranunculus repens) is een vaste plant die behoort tot de ranonkelfamilie. Deze plant kenmerkt zich door zijn heldergele bloemen met vijf glanzende kroonbladen, die vooral in de maanden mei tot augustus bloeien. De plant wordt tussen de 15 en 40 cm hoog en verspreidt zich via bovengrondse uitlopers (stolonen), waardoor hij snel grote oppervlakken kan bedekken. Het blad is diep ingesneden en bestaat uit drie hoofdslippen. Kruipende boterbloem groeit voornamelijk op vochtige, voedselrijke gronden zoals graslanden, bermen en tuinen. In tuinen wordt hij vaak als lastig gezien omdat hij gemakkelijk andere planten verdringt door zijn agressieve groeiwijze. De plant is licht giftig voor vee en huisdieren, vooral in verse toestand. Hoewel zelden toegepast als sierplant, speelt de kruipende boterbloem wel een rol in natuurlijke tuinen vanwege de aantrekkingskracht op insecten zoals bijen. In de meeste gevallen wordt hij echter verwijderd omdat hij moeilijk te beheersen is.

• Zaaitijd: Zaaien kan het beste in het voorjaar (maart-april) of het najaar (september-oktober).
• Zaai de zaden oppervlakkig; ze hebben licht nodig om te kiemen. Bedek ze maximaal met een dun laagje aarde van ongeveer 0,5 cm.
• Zorg voor vochtige, vochthoudende grond.
• Houd een afstand van minstens 20 cm tussen de zaden, want de plant spreidt zich sterk uit.
• Druk de aarde licht aan en houd het zaaibed vochtig tot de kieming is voltooid (na circa 2-4 weken).