Kraailook zaden
Allium vineale

Kraailook (Allium vineale) is een wilde uiensoort die behoort tot de lookfamilie (Alliaceae). Deze plant komt veel voor in Europa, inclusief Nederland, en groeit met name op graslanden, bermen, dijken en akkers. Kraailook is een overblijvende plant die ongeveer 30 tot 100 cm hoog kan worden. De plant heeft dunne, holle bladeren die lijken op die van bieslook, maar sterker naar ui ruiken. In de vroege zomer ontwikkelt Kraailook bolvormige bloemen die vaak bestaan uit zowel bloemen als broedbolletjes (broedbollen). De bovengrondse delen kunnen gegeten worden en hebben een sterke knoflook- of uiengeur. Het wordt in de keuken soms als aromatische plant gebruikt, hoewel de smaak wat sterker en bitterder is dan gewone ui of knoflook. De ondergrondse bollen kunnen in het voorjaar worden geoogst, hoewel ze vrij klein zijn. Ondanks de eetbare delen wordt Kraailook in Nederland vooral als lastig onkruid gezien, omdat het zich gemakkelijk verspreidt en moeilijk uit te roeien is uit gazons, tuinen en akkers.

• Zaai Kraailook bij voorkeur in het voorjaar (maart-april) of het najaar (september-oktober).
• Zaai de zaden ongeveer 1 cm diep in vochtige, losse grond.
• Houd een afstand van 15 cm tussen de zaden voor voldoende groeiruimte.
• Bedek de zaden licht met aarde en druk zachtjes aan.
• Houd de grond vochtig totdat de kiemplanten opkomen.
• Kraailook prefereert een zonnige plek, maar kan ook in halfschaduw groeien.