Knolboterbloem
Ranunculus bulbosus

De knolboterbloem is een opvallende plant met gele bloemen en diep ingesneden bladeren. Ze groeit van nature op graslanden en weiden en is aantrekkelijk voor bijen en vlinders. De knolvormige wortel helpt de plant overleven in drogere perioden. Niet geschikt voor consumptie vanwege lichte giftigheid.

1 zakje zaden
~ 2 gram
Voeg nog toe voor
Je hebt momenteel
€ 5.00
Gratis verzending Gratis verzending
Wij doneren 1% omzet aan het klimaat Wij doneren 1% omzet aan het klimaat
Persoonlijke zaai-instructies Persoonlijke zaai-instructies

Eigenschappen

Hoogte icon
Hoogte
15 - 40 cm
Zonlicht icon
Zonlicht
volledige zon
halfschaduw
Kleur icon
Kleur
geel
Grondtype icon
Grondtype
zand
lemig
klei
Zaaiperiode icon
Zaaiperiode
September
Oktober
Bloeiperiode icon
Bloeiperiode
Mei
Juni
Juli
Vochtbehoefte icon
Vochtbehoefte
vochtig
droog
Levensduur icon
Levensduur
vast
Bladtype icon
Bladtype
gelobd
samengesteld
bladverliezend
Geschikt voor plaats icon
Geschikt voor plaats
tuin
berm of veldrand
natuurlijke tuin
voedselbos
Groeitypes icon
Groeitypes
borders
groepsbeplanting
De knolboterbloem (Ranunculus bulbosus) is een overblijvende plant uit de ranonkelfamilie, die vooral op graslanden en bermen voorkomt. De plant wordt doorgaans tussen de 15 en 40 cm hoog en valt op door zijn felgele bloemen met glanzende kroonbladen. Een karakteristiek kenmerk is de verdikte, knolvormige wortel waarmee de plant in droge gronden kan overleven. De bladeren zijn diep ingesneden en vaak donzig behaard. De bloeitijd van de knolboterbloem loopt van mei tot juli. In de landbouw wordt hij vaak als lastig ervaren doordat hij giftig is voor vee. In siertuinen wordt de soort amper aangeplant vanwege het onkruidkarakter en zijn woekerende groei. Toch heeft hij waarde voor insecten zoals bijen, die de nectar benutten. Let op: alle delen van de plant zijn giftig voor mensen en dieren bij inname.
  • Zaai de knolboterbloem bij voorkeur in het najaar (september-november) of in het vroege voorjaar (maart-april).
  • Zaai op een zonnige tot licht beschaduwde plek met goed doorlatende grond.
  • Maak de grond los en meng eventueel wat zand door zware kleigrond.
  • Zaai de zaden oppervlakkig, maximaal 0,5 cm diep in de grond.
  • Houd een afstand van circa 20 cm tussen individuele zaden om ruimte te geven voor de groei van de plant.
  • Bedek lichtjes met aarde en druk aan. Houd de aarde licht vochtig tijdens het ontkiemen.
Leer elke week een nieuwe inheemse plant kennen.