Kleine ratelaar
Rhinanthus minor

Kleine ratelaar (Rhinanthus minor) is een eenjarige plant die behoort tot de bremraapfamilie (Orobanchaceae). De plant wordt 20 tot 50 cm hoog en heeft tegenoverstaande, lancetvormige bladeren met gekartelde randen. De bloemen zijn felgeel en staan in een aarvormige bloeiwijze. Wat kenmerkend is voor kleine ratelaar, zijn de opgeblazen kelken die zorgen voor een rammelend geluid wanneer de zaden rijp zijn. Rhinanthus minor is semi-parasitair: het wortelsysteem groeit zich vast aan dat van grassen en onttrekt daaruit water en voedingsstoffen, wat zorgt voor een verzwakking van grassen in bloemrijke graslanden. Hierdoor ontstaat er ruimte voor allerlei kruiden en bloemen, waardoor kleine ratelaar gebruikt wordt in natuurlijk beheerde weides en bij bloemenweides. In Nederland komt deze soort van nature voor en is waardevol voor biodiversiteit. Ook is het een interessante soort voor bijen en andere insecten door de nectar die de bloemen leveren. Ondanks dit, wordt kleine ratelaar soms gezien als ongewenst in productieve graslanden.

• Zaai de zaden van kleine ratelaar tussen oktober en januari; de koude prikkel (stratificatie) is nodig voor een goede kieming.
• Zaai rechtstreeks in de volle grond op een plek met voldoende zonlicht en een schrale, niet te voedselrijke bodem.
• Maak de bodem los en egaliseer het oppervlak licht.
• Strooi de zaden dun uit en bedek ze licht met maximaal 0,5 cm aarde.
• Houd ongeveer 10 cm afstand tussen de zaadjes voor goede verspreiding en ontwikkeling.
• Druk de grond licht aan en geef, indien nodig, water.