De gewone margriet is een opvallende, inheemse bloem met witte bloemblaadjes en een geel hart. Ideaal voor bloemrijke weides en tuinen, trekt veel insecten aan en is populair als snijbloem. Goed bestand tegen droge omstandigheden, eenvoudige teelt.
Kwaliteit
|
Milieuvriendelijk gekweektWij werken samen met de biologisch gecertificeerde kweker Medigran, gespecialiseerd in zaden voor inheemse planten en bloemen. Alle zaden worden op milieuvriendelijke wijze geteeld. Niet alle zaden dragen echter het officiële biologische keurmerk, deze in het wild zijn geoogst, door derden zijn verzameld of door kwekerijen zijn geteeld die zelf geen SKAL certificaat hebben. Wanneer de zaden geen SKAL certificaat hebben, betekent dit niet dat de zaden bestrijdingsmiddelen bevatten. In het algemeen geldt voor wilde bloemenzaden dat in de teelt geen tot zeer beperkt gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast |
Hoogte
|
30 - 60 cm
|
Niveau
|
Moeilijkheidsgraad Gewone margriet: beginnerZaden kiemen betrouwbaar zonder speciale behandeling; oppervlakkig zaaien (lichtkiemer), gelijkmatige vochtigheid en onkruidvrij houden is meestal voldoende. Koudeprikkel kan helpen maar is niet noodzakelijk. |
Kiemtijd
|
21 dagen
|
Zonlicht
|
volledige zon
halfschaduw
|
Kleur
|
wit
geel
|
Grondtype
|
zand
klei
lemig
|
Zaaiperiode
|
Maart
April
September
Oktober
|
Bloeiperiode
|
Mei
Juni
Juli
Augustus
|
Vochtbehoefte
|
droog
vochtig
|
Levensduur
|
vast
|
Bladtype
|
enkelvoudig
bladverliezend
|
Geschikt voor plaats
|
tuin
berm of veldrand
natuurlijke tuin
voedselbos
|
Groeitypes
|
borders
groepsbeplanting
bodembedekker
|
Zaai binnen van maart tot april bij 15–20 °C, of direct buiten van april–juni. Najaarzaai (augustus–september) op een kweekbed kan ook; de zaailingen overwinteren als rozet en bloeien het volgende jaar. Zaad is lichtkiemer: zaai oppervlakkig, slechts heel dun afdekken (1–2 mm) of alleen aandrukken. Houd de grond vochtig maar niet nat. Kiemtijd 14–21 dagen. Verspeen zodra ze hanteerbaar zijn en plant uit na de laatste nachtvorst op 30–40 cm afstand.
Volle zon geeft de beste bloei; lichte halfschaduw wordt verdragen. Groeit op normale tot arme, goed doorlatende grond; liefst neutraal tot kalkrijk (pH circa 6,0–7,5). Te voedzame grond geeft slappe, omvallende planten. Hoogte doorgaans 30–60 cm.
Geef regelmatig water tot de planten goed zijn aangeslagen; daarna redelijk droogtetolerant. Voed niet of heel spaarzaam: een dunne laag compost in het voorjaar volstaat. Vermijd stikstofrijke mest. Mulch kan helpen tegen uitdroging, maar houd de kroon vrij.
Bloeit meestal van mei tot augustus. Verwijder uitgebloeide bloemen om doorbloei te stimuleren en zelfuitzaai te beperken. Wil je natuurlijke uitzaai in een bloemenweide, laat een deel uitbloeien en zaad zetten. Knip in de nazomer of late herfst de stengels terug tot net boven de rozet. De plant is volledig winterhard.
Vermeerderen kan door zaaien of delen van polletjes in voorjaar of herfst (verjongt elke 2–3 jaar). Jonge planten kunnen last hebben van slakken; controleer en bescherm waar nodig. Soms treedt bladluis of meeldauw op bij droogte en dichte stand; verbeter luchtcirculatie, geef water aan de voet en verwijder aangetaste delen. Op winderige plekken kan lichte steun nodig zijn.
Helaas moeten we verifieren dat je geen robot bent. Na verificaties gaan we verder met je verzoek.