Gewone berenklauw zaden
Heracleum sphondyllium ssp. sphondyllium

De gewone berenklauw (Heracleum sphondylium ssp. sphondylium) is een robuuste, vaste plant uit de schermbloemenfamilie (Apiaceae). Deze inheemse soort komt wijdverspreid voor in Nederland, vooral langs bermen, dijken en in graslanden. De plant kan een hoogte bereiken van 60 tot 150 cm, met grote, diep ingesneden bladeren en een holle, behaarde stengel. In de zomer (juni tot september) ontwikkelt de gewone berenklauw grote, witte schermvormige bloemschermen met veel kleine bloempjes. De bloemen trekken allerlei insecten zoals bijen en zweefvliegen aan. Hoewel delen van de plant eetbaar zijn in een jong stadium, wordt consumptie afgeraden, omdat het sap huidirritaties kan veroorzaken bij aanraking in combinatie met zonlicht (fototoxiciteit). De gewone berenklauw wordt nauwelijks als sierplant gebruikt, maar speelt wel een rol in de biodiversiteit als nectarbron voor insecten. De soort wordt vaak verward met de gevaarlijkere reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum), maar blijft veel kleiner.

• Zaai de zaden van gewone berenklauw bij voorkeur direct buiten van oktober tot en met februari, omdat koude nodig is voor goede kieming (koude stratificatie).
• Maak de grond los en onkruidvrij.
• Zaai de zaden ongeveer 1 centimeter diep.
• Houd een afstand van minimaal 30 centimeter tussen de zaden, want de planten worden groot.
• Bedek de zaden licht met aarde en druk de grond licht aan.
• Geef water indien nodig, vooral als het droog is.
• De kieming vindt vaak pas in het voorjaar plaats.