Op elk zakje zaden zit een QR-code. Deze kun je scannen. Vervolgens krijg je gepersonaliseerde zaai-instructies. We houden rekening met je locatie en het weer.
Kwaliteit
|
Milieuvriendelijk gekweektWij werken samen met de biologisch gecertificeerde kweker Medigran, gespecialiseerd in zaden voor inheemse planten en bloemen. Alle zaden worden op milieuvriendelijke wijze geteeld. Niet alle zaden dragen echter het officiële biologische keurmerk, deze in het wild zijn geoogst, door derden zijn verzameld of door kwekerijen zijn geteeld die zelf geen SKAL certificaat hebben. Wanneer de zaden geen SKAL certificaat hebben, betekent dit niet dat de zaden bestrijdingsmiddelen bevatten. In het algemeen geldt voor wilde bloemenzaden dat in de teelt geen tot zeer beperkt gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast |
Hoogte
|
5 - 20 cm
|
Niveau
|
Moeilijkheidsgraad Geel zonneroosje: gemiddeldZaad heeft vaak koude-stratificatie nodig en kiemt lichtgevoelig; ontkieming kan onregelmatig zijn. Daarnaast vraagt de soort om droge, goed doorlatende, kalkrijke grond en volle zon, wat het zaaien en opkweken iets lastiger maakt dan gemiddelde soorten. |
Kiemtijd
|
21 dagen
|
Zonlicht
|
volledige zon
|
Kleur
|
geel
|
Grondtype
|
zand
kalk
grind
|
Zaaiperiode
|
April
Mei
September
|
Bloeiperiode
|
Mei
Juni
Juli
Augustus
|
Vochtbehoefte
|
droog
|
Levensduur
|
vast
|
Bladtype
|
wintergroen
enkelvoudig
|
Geschikt voor plaats
|
tuin
berm of veldrand
natuurlijke tuin
groen dak
|
Groeitypes
|
borders
bodembedekker
groepsbeplanting
|
Giftig
|
Nee
|
Binnen: van februari tot april bij 18–20 °C. Buiten: april–mei of in september–oktober; herfstzaai geeft een natuurlijke koudeprikkel en kiemt in het voorjaar.
Gebruik een luchtig, goed drainerend zaaimengsel met wat zand of vermiculiet. Zaai oppervlakkig (lichtkiemer), niet of slechts heel dun afdekken en het zaaisel licht aandrukken. Houd vochtig maar niet nat en zet licht en warm (15–20 °C). Kieming meestal na 2–6 weken. Kiemt er niets na circa 4 weken, geef 2–4 weken koude stratificatie (koelkast 2–5 °C) en zet daarna weer warm. Verspenen bij 2–3 echte blaadjes. Afharden en uitplanten na de laatste nachtvorst op 25–30 cm afstand.
Volle zon en zeer goed doorlatende, eerder arme tot matig voedselrijke grond. Ideaal is zandig, stenig of grindrijk substraat, liefst kalkhoudend (pH neutraal tot kalkrijk). Vermijd zware, natte klei en vooral winternat; verbeter zo nodig met grit of plant in een verhoogd/rotsbed.
Geef regelmatig water tot de plant is aangeslagen; daarna is hij droogtetolerant en volstaat water geven bij langdurige droogte. Voorkom natte voeten. Weinig voeding nodig; te rijke grond geeft slappe groei en minder bloei. In het voorjaar volstaat een dun laagje compost of een bescheiden, langzaam werkende meststof met laag stikstof.
Knip na de hoofdbloei licht terug (ongeveer een derde) om een tweede bloei en een compacte vorm te stimuleren, en verwijder uitgebloeide bloemetjes. In late winter/vroege voorjaar dood en beschadigd hout wegnemen. Snoei niet hard terug in oud, kaal hout; dat loopt slecht weer uit. De plant is winterhard, maar zorg vooral ’s winters voor uitstekende drainage; een laagje grit rond de voet helpt.
Helaas moeten we verifieren dat je geen robot bent. Na verificaties gaan we verder met je verzoek.