<p>Digitalis lutea, of geel vingerhoedskruid, is een vaste plant met sierlijke gele bloemen. Populair in natuurlijke tuinen en bosranden. Bloeit rijk en trekt bijen aan. Heeft een voorkeur voor de halfschaduw op humusrijke, kalkhoudende en goed doorlatende grond. Oorspronkelijk uit Zuid- en Midden-Europa. </p>
Dit product is tijdelijk niet beschikbaar voor verkoop.
Kwaliteit
|
Milieuvriendelijk gekweektWij werken samen met de biologisch gecertificeerde kweker Medigran, gespecialiseerd in zaden voor inheemse planten en bloemen. Alle zaden worden op milieuvriendelijke wijze geteeld. Niet alle zaden dragen echter het officiële biologische keurmerk, deze in het wild zijn geoogst, door derden zijn verzameld of door kwekerijen zijn geteeld die zelf geen SKAL certificaat hebben. Wanneer de zaden geen SKAL certificaat hebben, betekent dit niet dat de zaden bestrijdingsmiddelen bevatten. In het algemeen geldt voor wilde bloemenzaden dat in de teelt geen tot zeer beperkt gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast |
Hoogte
|
40 - 80 cm
|
Niveau
|
Moeilijkheidsgraad Geel vingerhoedskruid: beginnerZeer fijne zaden die licht nodig hebben om te kiemen; oppervlakkig zaaien (niet bedekken) en gelijkmatige vochtigheid volstaan. Kiemt betrouwbaar bij koele temperaturen. |
Kiemtijd
|
21 dagen
|
Zonlicht
|
halfschaduw
schaduw
|
Kleur
|
geel
|
Grondtype
|
lemig
kalk
zand
|
Zaaiperiode
|
Maart
April
Mei
September
|
Bloeiperiode
|
Juni
Juli
Augustus
|
Vochtbehoefte
|
vochtig
|
Levensduur
|
vast
|
Bladtype
|
enkelvoudig
bladverliezend
|
Geschikt voor plaats
|
tuin
natuurlijke tuin
berm of veldrand
|
Groeitypes
|
borders
groepsbeplanting
|
Zaai binnen van februari tot april of buiten op een zaaibed in mei-juni of augustus-september. Zaden hebben licht nodig: niet bedekken, slechts licht aandrukken. Houd 15–20 °C en constant vochtig (niet nat). Kieming duurt meestal 2–4 weken. Verspenen bij 2–3 echte blaadjes en na de laatste vorst uitplanten op 30–40 cm afstand. Bloeit doorgaans het volgende jaar.
Halfschaduw tot lichte schaduw is ideaal; zon kan ook als de bodem voldoende vochtig blijft. Grond: humusrijk, goed doorlatend, gelijkmatig vochtig maar niet drassig, liefst licht zuur tot neutraal. Werk voor het planten compost of bladaarde in voor een luchtige, voedzame structuur.
Houd vooral in het eerste jaar de grond gelijkmatig vochtig. Na inwortelen verdraagt hij korte droogte, maar presteert beter met constante, matige vochtigheid. Mulch helpt vocht vasthouden. Voeding: in het voorjaar een laag compost is voldoende; vermijd veel stikstof om slappe groei te voorkomen. Potten vragen regelmatiger water en af en toe een lichte, uitgebalanceerde voeding.
Verwijder uitgebloeide aren om een nettere plant te houden en soms een nabloei te stimuleren. Laat desgewenst enkele aren staan voor zelfuitzaaiing; zaailingen verschijnen rondom de moederplant. Na de bloei kun je de bloeistengel tot aan de bladrozet terugknippen. In het voorjaar oude, vergeelde bladeren wegnemen.
Ja, goed winterhard (ongeveer USDA-zone 4–8). Zorg vooral in natte winters voor goede drainage om wegrotten te voorkomen. Een lichte mulchlaag (3–5 cm) rond, niet op, de rozet beschermt de kroon. Planten in pot liefst beschut en uit de slagregen overwinteren.
Helaas moeten we verifieren dat je geen robot bent. Na verificaties gaan we verder met je verzoek.