Bosandoorn zaden
Stachys sylvatica

Bosandoorn (Stachys sylvatica) is een vaste plant uit de lipbloemenfamilie. De plant komt voor op vochtige, voedselrijke bodems, vaak langs bosranden, heggen en slootkanten. Bosandoorn wordt ongeveer 30 tot 100 centimeter hoog en valt op door zijn vierkante stengel en tegenoverstaande, hartvormige bladeren met een gekartelde rand. De bladeren ruiken, vooral als ze gekneusd worden, uitgesproken muf tot onaangenaam, wat terug te leiden is tot de volksnaam 'stinkende netel'. In de zomer bloeit de bosandoorn met purperrode tot dieprode lipbloemen die in schijnkransen staan, aantrekkelijk voor bijen en hommels. Traditioneel werd bosandoorn in de kruidengeneeskunde wel gebruikt, maar vandaag de dag is het vooral een sierlijke wilde plant die vanwege haar robuuste groei niet altijd geliefd is in tuinen. Het wortelstelsel is kruipend, waardoor bosandoorn zich kan uitbreiden. Toch kan bosandoorn in natuurtuinen gewaardeerd worden vanwege haar waarde voor insecten en haar natuurlijke uitstraling.

• Zaai bosandoorn bij voorkeur in de herfst (oktober-november) of het vroege voorjaar (maart-april).
• Zaai de zaden oppervlakkig, ongeveer 0,5 cm diep; bedek ze licht met aarde.
• Houd een afstand van 25-30 cm tussen de zaden voor voldoende groeiruimte.
• Houd de grond licht vochtig tot de zaden zijn gekiemd (ongeveer 2-3 weken).
• Plaats de zaaiplek op een plek in halfschaduw tot schaduw, in vochtige, voedzame grond.